Voedingsvezels

Een duidelijke definitie voor voedingsvezels bestaat niet. Vroeger omschreef men voedingsvezels als alle voor het menselijk lichaam onverteerbare polysachariden (koolhydraten), die dus geen energie leverden. Recentelijk onderzoek heeft aangetoond dat deze veronderstelling niet geheel juist is. Het blijkt dat ongeveer tweederde deel van de opgenomen voedingsvezels in de dikke darm wordt gefermenteerd en dat daarbij energie vrijkomt. De gemiddelde voedingswaarde van voedingsvezels komt overeen met 8 kJoule (2 kcal) per gram.

We kunnen voedingsvezels onderverdelen in twee soorten. Voedingsvezels, die oplosbaar zijn in water, zoals pectine en guargom, en voedingsvezels die niet in water oplosbaar zijn, zoals cellulose, hemicellulose (de meeste vormen) en lignine. Cellulose is het hoofdbestanddeel van plantaardige materialen en geeft planten hun stevigheid. Vormt zetmeel de voedselopslag voor de plant, cellulose geeft de structurele steun aan het plantenweefsel vergelijkbaar met de “wapening” in gewapend beton. Cellulose is een moeilijk afbreekbaar organisch materiaal en is daarom ook de meest voorkomende organische component op aarde. Als we de cellulosevezels als “wapening” hebben gekenmerkt dan vormen hemicellulose en pectine voor de plant het geleiachtige cement tussen de wapening.

Voedingsvezels en spijsvertering

Hoewel de exacte betekenis bij de huidige kennis nog niet helemaal duidelijk is, staat al wel vast dat voedingsvezels invloed hebben op de vorming van faeces in het darmkanaal en de snelheid waarmee het voedsel door het darmkanaal beweegt. Een bepaalde hoeveelheid voedingsvezel in ons voedsel is van belang voor een goede spijsvertering en stoelgang. Uit onderzoek is gebleken dat bij bevolkingsgroepen die voedsel consumeren met een hoog vezelgehalte bepaalde darmaandoeningen (obstipatie, darmuitstulpingen e.d.) vrijwel niet voorkwamen. Deze aandoeningen komen vooral voor in welvarende Westerse landen, die meestal een vezelarm dieet gebruiken.

Evenals vetten vertragen voedingsvezels het ledigen van de maag, waardoor er eerder een gevoel van verzadiging optreedt. In de dikke darm zijn voedingsvezels een belangrijke voedingsbron voor de daar aanwezige darmbacteriën. Deze bacteriën kunnen cellulose gedeeltelijk afbreken. Door het vermogen van voedingsvezels om vocht vast te houden, hebben ze een laxerende werking. Het volume van de spijsbrei wordt groter en de ontlasting blijft zachter.

Voedingsvezels en onze voeding

Voor de hoeveelheid voedingsvezels in onze voeding bestaat geen concrete aanbeveling. Voedingskundigen beschouwen een hoeveelheid van 30 gram per dag als wenselijk. Het huidige consumptieniveau ligt tussen de 15 en 20 gram per dag bij een dalende trend.

Voedingsvezels komen uitsluitend voor in plantaardige voedingsmiddelen: ongezuiverde, ongeraffineerde zetmeelrijke producten (granen), aardappelen, groente en fruit. Een vezelrijk dieet bestaat uit volkorenbrood, zilvervliesrijst, aardappelen, verse groente (o.a. peulvruchten) en dagelijks twee stuks fruit

Inuline

Inuline is een bijzondere "onverteerbare" polysaccharide. Het bestaat uit lange (recht of vertakte) ketens van enkele tientallen tot honderden fructosemoleculen met aan het eind van de keten altijd een glucosemolecuul. Net als zetmeel heeft het een neutrale, niet zoete smaak en dient het als reserve voedselopslag voor de plant. Het komt voor in de wortels van planten zoals aardpeer, schorseneer, prei, asparagus, ui en artisjok.

Inuline wordt niet in de dunne darm van de mens opgenomen, maar in de dikke darm door bacteriën afgebroken. Het dient als voedsel voor onze darmflora die mede daardoor gezond gehouden wordt. Door de afbraak van inuline vormen zich diverse organische zuren, die de zuurtegraad van de dikke darm reguleren en zo de groei van ziekteverwekkende bacteriën (Clostridia-soorten) tegengaan en de opname van mineralen als calcium en magnesium bevorderen. Industrieel wordt inuline gewonnen uit de cichoreiwortel. Inuline wordt verwerkt in brood- en banketproducten, zuivel en ontbijtgranen om het voedingsvezelgehalte te verhogen. Als prebioticum wordt inuline gebruikt bij darmproblemen als obstipatie en/of diarree. Doseringen van 5 – 15 gram per dag zijn dan nodig.

 © Voedingswaardetabel.nl