Voedselallergie en intoleranties

Ten minste 2 % van de bevolking is overgevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen of bestanddelen daarvan. Deze overgevoeligheidsreacties worden meestal voedselallergie genoemd, maar vaak is er sprake van een voedselintolerantie. De begrippen worden dikwijls door elkaar gebruikt. Bij een allergie komt het lichamelijk afweersysteem in actie en bij een intolerantie is dit niet het geval. De symptomen van deze overgevoeligheidsreacties variëren sterk: van een beetje huiduitslag tot een milde diarree of zelfs een dodelijke afloop.

Huiduitslag

Voedselallergie

Allergie is het verschijnsel dat sommige mensen een speciale overgevoeligheid hebben voor lichaamsvreemde stoffen (de zogenaamde allergenen) die worden gegeten, ingeademd of waarmee de huid in contact komt. Deze overgevoeligheid is een gevolg van een verkeerde reactie van het normale afweersysteem van het lichaam. Bij allergische reacties worden door het lichaam antilichamen geproduceerd die normaal ons lichaam beschermen tegen indringers als bacteriën, virussen of vreemde stoffen, maar nu de strijd aanbinden met normaal ongevaarlijke stoffen. Bij een allergische reactie laten de cellen van het afweersysteem prikkelende stoffen vrij, zoals de stof histamine. Deze stoffen veroorzaken de symptomen die karakteristiek zijn voor allergische aanvallen, zoals hoofdpijn, overvloedige slijmproductie, benauwdheid, rode vlekken op de huid en jeuk. Een allergische reactie kan soms al na enkele minuten na inname of contact optreden. De oorzaken van de meeste vormen van allergie zijn voor een groot deel nog onduidelijk. De meeste mensen zijn zich terdege bewust van deze overgevoeligheid en kennen de bijverschijnselen als hooikoorts, astma, bijwerkingen van geneesmiddelen of bepaalde alledaagse voedingsmiddelen (overgevoeligheid voor lactose (melksuiker) in melk, gluten in brood,). Bekende voorbeelden zijn chocolade, melk, eieren, tomaten en aardbeien. De beste remedie voor deze mensen is deze producten te mijden. Ook sommige additieven staan onder verdenking van het veroorzaken van allergische reacties. Natriumglutamaat (E621). Chinezen gebruiken deze smaakversterker (Ve-tsin) vaak op de manier zoals wij zout gebruiken en strooien er dus nog al eens heftig mee in hun eten. Voor deze stof klagen gevoelige mensen over hoofdpijn, misselijkheid en warmtestuwing.

Chinees-restaurantsyndroom

Bij een voedselallergie zijn diarree, overgeven en buikpijn de meest voorkomende symptomen, maar ook huidreacties, astma en hoofdpijn kunnen optreden. Ook van het conserveermiddel benzoëzuur zijn allergische reacties (meestal op de huid) bekend. Verder bestaat er het vermoeden dat het ontstaan van een ziekelijke overactiviteit (hyperactiviteit, ADHD) bij kinderen mede veroorzaakt wordt door bepaalde additieven. Deze kinderen vertonen een enorme bewegingsdrang, kunnen zich moeilijk concentreren en hebben vaak last van eczeem of ademhalingsmoeilijkheden. Een wetenschappelijke onderbouwing is hiervan nog niet bekend. Het betreft hier slechts een gering aantal additieven. Van het overgrote deel van de toegelaten additieven zijn uit wetenschappelijk onderzoek geen bijwerkingen bekend. Hierbij dient te worden aangetekend dat het een zeer moeilijk onderzoeksterrein is. Veel additieven gaan onder invloed van warmte en licht chemische reacties aan met ander stoffen of vallen uiteen in een veelheid aan reststoffen, die op hun beurt weer kunnen reageren met andere stoffen. Al deze stoffen kunnen mogelijk allergische reacties oproepen. Voor het kleine percentage mensen, dat lijdt aan vormen van voedselallergie is de beste remedie zonder gebruikmaking van medicijnen de voedingsmiddelen, waarin deze additieven zijn verwerkt, te mijden. De tegenwoordige informatie op de etiketten van verpakte voedingsmiddelen kunnen daarbij een grote hulp zijn. De fabrikant is voor verpakte voedingsmiddelen bij wet verplicht onder het kopje “ingrediënten” alle additieven op te sommen welke bij de productie zijn gebruikt. Voor de gebruikte additieven mag de fabrikant kiezen uit het vermelden van de groepsnaam met het daarbij behorende E-nummer (niet voor alle additieven verplicht) of de feitelijke naam van het gebruikte additief.

Voedselintolerantie

Bij voedselintolerantie is er sprake van een abnormale fysiologische reactie van het lichaam op voedsel of bepaalde additieven. De intensiteit van deze reacties kan per persoon sterk verschillen. Intoleranties kunnen worden veroorzaakt door stoffen als histamine (bij bederf van vis), tyramine (in kaas), salicylaten (in groente en fruit), cafeïne, lactose (in melk en melkproducten), azokleurstoffen, conserveermiddelen als benzoëzuur en sulfiet (in witte wijn), glutaminezuur en anatto (gele kleurstof in kaas).

Histaminevergiftiging door bederf van vis komt veel voor. Het aminozuur histidine in het spiervlees van de vis wordt bij bacterieel bederf omgezet in histamine. Een histaminevergiftiging doet zich vooral voor bij het eten van vissen waarvan het spiervlees vrij veel histidine bevat, zoals bij tonijn en makreel.

Tonijn en makreel histidine

Sommige voedselintoleranties komen voort uit een tekortkoming van het lichaam. Een bekend voorbeeld is lactose-intolerantie. Het lichaam mist het enzym lactase om lactose (melksuiker) af te breken met als gevolg buikpijn, misselijkheid en diarree.

Sinds een wetenschappelijke studie het verband heeft aangetoond tussen de inname van azo-kleurstoffen door kinderen en hyperactiviteit is een waarschuwing op het etiket bij gebruik van deze kleurstoffen verplicht: ‘kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden’.

Sinds december 2014 zijn alle aanbieders van voedingsmiddelen verplicht allergeneninformatie te geven over hun producten, zowel voor voorverpakte producten (op het etiket) als voor onverpakte producten. Ook de horeca, de slager, de bakker, de groenteboer, marktaanbieders, zorginstellingen en cateraars vallen onder deze verplichting.  De informatie mag mondeling of schriftelijk via een display worden gegeven.

Wetgeving

De EG-verordening noemt 14 wettelijke allergenen waarover de consument geïnformeerd moet worden als die bij de bereiding van het product zijn gebruikt.

  1. glutenbevattende granen, namelijk tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut of de hybride soorten daarvan
  2. schaaldieren
  3. eieren
  4. vis
  5. aardnoten (pinda, grondnoot of olienoot)
  6. soja, m.u.v volledig geraffineerde sojaolie en sojavetfytosterolen en fytosterolesters van sojaolieplantenstanolesters geproduceerd uit sterolen van sojaolie
  7. melk (koe) en producten op basis van koemelk (inclusief lactose), m.u.v. lactitol
  8. noten, zoals amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten
  9. selderij
  10. mosterd
  11. sesamzaad
  12. zwaveldioxide en sulfieten in concentratie van meer dan 10 mg/kg of mg/l uitgedrukt in het totaalgehalte aan SO2
  13. lupine
  14. weekdieren
Diverse noten

Denk je dat je lijdt aan een bepaalde vorm van voedselallergie dan is de eerste stap raadpleeg je huisarts. Je arts zal dan eerst en vooral nauwkeurig navragen welke voedingsmiddelen de klachten uitlokken, welke klachten je hebt, hoe erg ze zijn, na hoeveel tijd ze optreden en hoe lang ze duren. Om voedselallergie aan te tonen zijn een aantal methoden beschikbaar.

1. Het eliminatiedieet. Tijdens dit dieet mag je alleen maar producten eten waarvan zeker is dat ze geen allergie veroorzaken. In de tweede fase wordt er iedere keer een product aan het dieet toegevoegd waarvan men denkt dat je allergisch bent. Komt de klacht terug dan is het duidelijk welk voedingsmiddel de allergische reactie heeft veroorzaakt.

2. Huidtesten. De allergeen wordt in de huid gekrast of met een injectienaald oppervlakkig onder de huid aangebracht. Na ongeveer een kwartier kan aan de hand van de huidreactie worden vastgesteld of er sprake is van een allergie voor de ingebrachte stoffen.

3. Bloedonderzoek. Het afgenomen bloed wordt middels laboratoriumtesten (ELISA) onderzocht op de hoeveelheid antigeen die specifiek is voor een bepaald allergeen.

Klachten

Voedselallergie kan verspreid over het hele lichaam klachten geven die per individu sterk kunnen verschillen afhankelijk van de etenswaren die genuttigd zijn. Ze kunnen variëren van licht ongemak tot levensbedreigende (analfylaxie) situaties. Meestal treden de verschijnselen op binnen een half tot twee uur na het eten. Maar er zijn ook reacties die pas na 48 uur optreden.

Onderstaand overzicht geeft in grote lijnen de klachten weer van de meest voorkomende voedselallergien.

  • Erge jeuk op de huid, in de mond en oren, jeukende en/of tranende ogen, roodheid, galbulten, netelroos, eczeem, vochtophoping, dikke tong, dikke keel
  • Overgeven, diarree en buikkrampen
  • Verstopte neus, loopneus, veel niezen, en gevoel van benauwdheid, hoesten
  • Sterke daling van de bloeddruk

De klachten van voedselintolerantie lijken op die van de allergische reacties als hierboven beschreven, maar zijn vaak veel milder. Ernstige reacties komen bij voedselintolerantie niet voor. De mate van gevoeligheid is sterk afhankelijk van de hoeveelheid voedsel. Een kleine portie kan door het lichaam nog worden getolereerd, maar bij grotere hoeveelheden kunnen dan maagklachten optreden.

Tot slot verwijzen wij de lezer graag naar de website van de Stichting Voedselallergie

Boek over ons voedel

Ons Voedsel
Ons Voedsel
Auteur: F.M. de Jong
ISBN: 9789059566323
Prijs: €45,00
Lees verder…

 © Voedingswaardetabel.nl